Champagne, de iconische sprankelende wijn die synoniem staat voor viering en elegantie, wordt vervaardigd volgens een intrigerend en complex proces dat bekendstaat als de “méthode traditionnelle”. Dit proces omvat meerdere stadia, beginnend bij de wijngaard en eindigend in de fles die uiteindelijk wordt ontkurkt om de vreugde te verspreiden.

Het avontuur begint met de keuze van de druiven. Drie belangrijke variëteiten worden gebruikt: Chardonnay, Pinot Noir en Pinot Meunier. Deze druiven worden met de hand geoogst om hun kwaliteit te waarborgen. De kunst van het oogsten vereist nauwkeurigheid, aangezien de druiven in perfecte staat moeten verkeren om de hoogwaardige basiswijnen te produceren die nodig zijn voor het maken van champagne.

Na het oogsten worden de druiven zorgvuldig geperst. Wat volgt is fermentatie, waarbij de suikers in het druivensap worden omgezet in alcohol. Wat champagne onderscheidt, is dat deze basiswijnen afzonderlijk worden gefermenteerd, en dit maakt het mogelijk om unieke karakteristieken van elke druivensoort vast te leggen.

Vervolgens begint het proces van blenden, een vaardigheid die de meester-wijnmaker hanteert om verschillende basiswijnen te combineren om de gewenste smaak en stijl van de champagne te bereiken. Dit is een kritisch aspect, want het stelt de wijnmaker in staat om een consistent en herkenbaar smaakprofiel te creëren, jaar na jaar.

Het moment van de tweede gisting is een keerpunt in het proces. De blend wordt gebotteld met toegevoegde suiker en gist, waardoor een tweede gisting in de fles plaatsvindt. De koolstofdioxide die tijdens deze gisting wordt geproduceerd, kan niet ontsnappen en wordt opgelost in de wijn. Wanneer de fles wordt geopend, worden deze opgeloste gassen vrijgegeven en ontstaan de beroemde bubbels die champagne zo geliefd maken.

Na de tweede gisting begint de rijping. De flessen worden horizontaal geplaatst en regelmatig gedraaid om het bezinksel naar de hals te laten zakken. Dit proces staat bekend als “sur lie” rijping en kan variëren van enkele maanden tot zelfs enkele jaren, afhankelijk van het gewenste karakter van de champagne. Gedurende deze tijd ontwikkelen zich complexe aroma’s en smaken, en ontstaat de kenmerkende zachtheid en diepgang van de wijn.

Het verwijderen van het bezinksel, dat bestaat uit dode gistcellen, vereist precisie en techniek. Dit gebeurt door de flessen geleidelijk naar een verticale positie te brengen en de hals onder te dompelen in een ijsbad. Het bezinksel bevriest en kan vervolgens worden verwijderd, waarna de fles wordt bijgevuld om het verloren volume aan te vullen.
De definitieve smaakbalans wordt bepaald door “dosage”, een mengsel van wijn en suiker dat aan de fles wordt toegevoegd voordat deze definitief wordt afgesloten met de iconische champagnekurk en een draadkooi om de hoge druk te weerstaan. De hoeveelheid suiker in de dosage bepaalt het uiteindelijke smaakprofiel van de champagne, variërend van de droge “Brut Nature” tot de zoete “Doux”.

En zo eindigt dit uitgebreide proces met het openen van een fles champagne. Wat ooit begon als druiven in de wijngaard, wordt getransformeerd tot een symbool van viering en verfijning. Elk sprankelend glas is doordrenkt met de inspanningen van wijnmakers, de karakteristieken van de druiven en het geduld van de tijd. Het verhaal van champagne is een reis van vakmanschap en passie, vastgelegd in elke bubbel die omhoog stijgt en elk feest dat wordt gevierd.